Rekenen met koolhydraten

Patiënten met diabetes type 1 en (ultra)kortwerkende insuline berekenen hoeveel koolhydraten zij ongeveer binnen gaan krijgen en hoeveel insuline daarvoor nodig is. Ook controleren ze de bloedglucose voor iedere maaltijd om te zien of daar meer of minder insuline voor nodig is.

Stap 1:

Stel de KIR van meneer de Vries is bij de lunch 1:10, dan betekent dit dat voor elke 10 gram koolhydraten er 1 eenheid (EH) kortwerkende insuline nodig is. 70 gram koolhydraten betekent dus 7 eenheden kortwerkende insuline.

Stap 2:

Stel de correctiefactor van meneer de Vries is 2,5, dan zal de bloedglucose met 1 eenheid insuline 2,5 mmol/l extra dalen. Als de bloedglucose bij de meting 5 mmol/l te hoog was, zijn dus 2 extra eenheden insuline nodig.

Stap 3:

Meneer de Vries heeft bij deze maaltijd dus 7 plus 2 is 9 eenheden (ultra)kortwerkende insuline nodig.