E-learning afvoerende continentiezorg en katheterisatie

Wat komt er kijken bij de behandeling van incontinentie? Welke protocollen en adviezen zijn hiervoor opgesteld? En wat te doen in geval van complicaties? Hier leer je alles wat je als verpleegkundige of verzorgende moet weten over afvoerende continentiezorg.

Heb je een vraag over de e-learnings? Bekijk dan de veelgestelde vragen.

Vind je deze e-learning interessant? Bekijk dan eens de e-learning over urine-incontinentie!

Hieronder lees je waar de e-learning over gaat. 

Wat vind je in deze e-learning?

  1. Wat is incontinentie?
  2. Behandeling met afvoerende of absorberende materialen
  3. Anatomie en fysiologie van de urinewegen
  4. Indicaties voor blaaskatheterisatie
  5. Interne en externe afvoerende katheterisatie
  6. Kathetertips
  7. Complicaties bij afvoerende continentiezorg
  8. Urinezakken
  9. Blaasspoelen
  10. Protocollering

Wat is incontinentie?

Je spreekt van incontinentie wanneer iemand ongewild urine/ontlasting verliest. Soms komen hier hygiënische of sociale problemen bij kijken.

Het onvermogen om urine op te houden heet urine incontinentie. Bij ontlasting heet dit fecale incontinentie. Dubbele incontinentie treedt op wanneer iemand zowel urine als ontlasting verliest.

Gesprek patiënt en zorgprofessional katheters

Behandeling met afvoerende of absorberende materialen

Vaak worden afvoerende en/of absorberende incontinentiematerialen ingezet. De apotheek of medisch speciaalzaak kunnen iemand voorzien in deze afvoerende en/of absorberende producten. Het is belangrijk dat de persoon met incontinentie de juiste gebruiksadviezen, aanleginstructies, en hulp ontvangt.

Anatomie en fysiologie

De urinewegen bestaan uit twee delen:

  1. Hogere urinewegen: de nieren en urineleiders
    De nieren zijn organen in de vorm van een boon. De functie van de nieren is dat ze het bloed filteren van afvalstoffen.
  2. Lagere urinewegen: blaas en urinebuis (urethra)
    De blaas vind je in het kleine bekken. De blaas heeft een spierwand. De slijmvlieslaag in deze spierwand voorkomt dat urine in de spierlaag dringt.

Bij incontinentie zijn de verschillen tussen de anatomie van de vrouw en man belangrijk.

Man: de lengte van de plasbuis is 20 centimeter. Het komt vaker voor dat de prostaat op oudere leeftijd een afvoerbelemmering vormt voor de urine uit de blaas. Een gevolg hiervan kan druppelincontinentie zijn.

Vrouw: de lengte van de plasbuis is maar 3 tot 4 centimeter. De sluitspier functioneert hierdoor soms slechter. Met als gevolg dat de kans op urineweginfecties groter is.

De bekkenbodem is van groot belang bij incontinentie. De bekkenbodem wordt gevormd door spieren aan de onderkant van het bekken.

Bij de vrouw wordt deze structuur op drie plaatsen onderbroken. Namelijk de urethra, vagina en rectum. Bij de man is dit niet zo. Dit maakt de structuur bij de man kwetsbaarder. Door een bevalling is de kans groter op extra belasting.

Indicaties voor blaaskatheterisatie

  • Volledige of onvolledige urine-retentie
    Wanneer de blaas te vol zit, kan hij te ver uitrekken. Hierdoor bestaat de kans dat de urine in de blaas achterblijft.
  • Operatie
    Wanneer algehele anesthesie wordt toegepast tijdens een operatie verslappen de spieren. Dit bevat ook de blaasspier.
  • Open wonden
    Wanneer er kans is op het infecteren van urine met de wond, is een blaaskatheter gewenst.
  • Terminale patiënten
    Je wilt graag dat een terminale patiënt zo min mogelijk wordt belast. Een blaaskatheter kan hierbij helpen.

Interne en externe afvoerende katheterisatie

  1. De intermitterende (eenmalige) katheter wordt na het inbrengen en het legen van de blaas direct weer verwijderd. Dit kan een goede oplossing zijn voor patiënten met een onvolledige blaaslediging.
  2. De transurethrale (verblijfs-) katheter wordt via de urinebuis in de blaas gebracht. Van buitenaf wordt vervolgens een ballonnetje opgeblazen. Dit ballonnetje sluit de blaasmond af. Zo kan de urine de blaas uit lopen. Een verblijfskatheter blijft voor langere tijd in de blaas.
  3. De suprapubische (buik-) katheter wordt vlak onder de navel ingebracht. De buikkatheter gaat dus niet via de urethra.

In de e-learning wordt uitgebreider ingegaan op de soorten afvoerende katheterisatie.

Maatvoering

De maat wordt gemeten in Charrière. De Charrière geeft de diameter aan. Het doel is om een zo klein mogelijke Charrière te gebruiken. Dit zorgt ervoor dat de kans op traumatische beschadiging van de urethra zo klein mogelijk is.

 

Voor volwassenen lopen de gebruikelijke maken van CH12 tot CH26. Voor kinderen loopt het van CH6 tot CH10. De connector helpt bij het herkennen van de maat. De connectors zijn namelijk met een kleur gecodeerd.

Kathetertips

In een thuissituatie zijn de volgende drie soorten het meest voorkomend.

  1. Nelaton tip. Deze tip is geschikt voor zowel mannen als vrouwen.
  2. Tiemann tip. Geschikt voor mannen. Deze tip wordt ingezet bij een vergrootte prostaat.
  3. Ergothan tip. Deze tip wordt ingezet bij een lichte vernauwing in de urinebuis.

Externe katheters

Een externe katheter wordt ook wel een uitwendige of condoomkatheter genoemd. En is geschikt voor mannen. Het lijkt op een condoom en wordt over de penis geschoven. Het afvoerbuisje zit gekoppeld aan de opvangzak.

Deze katheter wordt ingezet bij:

  1. Mannen die incontinent zijn
  2. Niet mobiel genoeg zijn om zich naar het toilet te begeven
  3. Terminaal zijn

Wil je meer weten? Dit leer je in de e-learning.

Complicaties bij afvoerende continentiezorg

De urine loopt niet weg:

  • De katheter is niet voldoende opgevoerd in de urinebuis
  • De katheter zit verstopt
  • Constipatie

Ook is het mogelijk dat de urine langs de katheter lekt:

  • De katheter zit verstopt
  • Er zit een knik in het afvoerende systeem
  • De maat van de katheter of ballon is niet goed
  • Constipatie
  • Blaaskrampen

Een andere complicatie is een urineweginfectie. Oorzaken kunnen zijn: te weinig vochtinname, nierstenen, lichamelijke malaise of hygiëne. Bacteriën kunnen overlopen naar de bloedbaan. Het gevolg hiervan is een bloedvergiftiging.

Deze complicaties treden eerder op bij bejaarden of mensen met een ernstige ziekte. Zij hebben een verzwakt immuunsysteem. Adviezen bij deze complicaties zijn: voldoende drinken, hygiënische maatregelen en het aantal ontkoppelmomenten minimaliseren.

Urinezakken

Het doel van een urinezak is het opvangen van de urine. De urinezak wordt aangesloten op een interne verblijfskatheter of een externe katheter. Er zijn twee soorten urinezakken.

  1. Beenzak (dagzak)
    De beenzak wordt ingezet voor overdag. Het volume gedurende de dag varieert van 350 tot 900 ml. De plekken voor de beenzak zijn dijbeen, kruit of enkel. Er is een verschil tussen eendaagse en meerdaagse beenzakken.
  2. Bedzak (nachtzak)

Zoals de naam al doet vermoeden is de bedzak bedoelt om aan het bed te hangen. Dit kan door middel van een bedbeugel, hanger of vloerstandard. De inhoud van de bedzak ligt tussen de 1500 en 2000 ml.
Eendaagse bedzakken worden iedere dag verwiseld. Meerdaagse bedzakken kunnen tot 7 dagen gebruikt worden.

In de e-learning wordt dieper ingegaan op de urinezakken, het fixeren en andere hulpmiddelen.

Blaasspoelen

Om verstopping te voorkomen kun je blaasspoelen. Bij mechanisch reinigen wordt spoelvloeistof gebruikt. Er wordt meerdere malen gespoeld, totdat de vloeistof helder is. Bij chemisch reinigen zit de spoelvloeistof 15 tot 30 minuten in de blaas. Zo kan de vloeistof op de blaaswand inwerken.

Protocollering

De keuze voor afvoerende materialen wordt meestal gemaakt door voorschrijvers. Protocollering van de levering van afvoerende materialen is belangrijk. Hierdoor kan inzichtelijk gemaakt worden welke zorg geleverd moet worden. Maar ook of de materialen vergoed worden.

Bron:

  1. E-learning Incontinentie Service Apotheek, 2015
  2. Verpleegkundig Adviseur Sandra Wijdenes, 2019