4.5 Blaastraining

Blaastraining

Blaastraining houdt in dat men technieken aanleert om de tijd dat men de behoefte voelt om te plassen en het daadwerkelijke plassen te verlengen. Het moet gedurende ten minste zes weken worden gedaan en kan gecombineerd worden met de bekkenbodemoefeningen.

Sommige mensen, met name mensen met een leerstoornis of cognitieve stoornis, kunnen het nuttig vinden hun toiletbezoeken te timen. Met blaastraining wordt er gestimuleerd om de urine langer op te houden en de tussenpozen tussen elk toiletbezoek langzaam te vergroten.

De volgende punten komen voor bij de blaastraining:

  • Het gevoel naar het toilet te moeten zo lang mogelijk proberen te negeren;
  • Afleiding: proberen te concentreren op iets anders dan de blaas;
  • Toewijding: er kan wat ongemak worden ervaren;
  • Verhoog tenslotte geleidelijk de tijd van het wachten totdat de blaas weer wordt geleegd.

Blaastraining kan worden gebruikt in combinatie met bekkenbodemoefeningen.