3.9 Interpreteren resultaten urineonderzoek
Het is belangrijk om te weten hoe je de resultaten moet interpreteren, en waar je op moet letten.
- Normale urine is helder met een gelige tint, het resultaat van een pigment genaamd urochroom;
- PH-waarde: de normale PH voor urine ligt tussen 5 en 6. Als de PH lager is dan 4 (zuur), kan dit wijzen op ongecontroleerde diabetes, verhongering of uitdroging. Controleer dan op glucose en ketonen. Als de PH meer dan 8 is (alkalisch), kan dit wijzen op oude urine. Neem een monster en controleer op infectie met nitraat, leukocyten, bloed en eiwitten;
- Proteïnurie en hematurie zijn gevoelige indicatoren voor nieraandoeningen;
- Glucose in de urine is vaak de eerste indicator van onvermoede diabetes;
- Urobilinogeen: leveraandoeningen kunnen het eerst worden herkend aan positieve galpigmentreacties in de urine;
- Bloed: hemolytische stoornissen worden zichtbaar met uitscheiding van hemoglobine enverhoging van de concentratie van urobilinogeen in de urine;
- Nitriet en leukocyten: tekenen van infectie of asymptomatische bacteriurie kan worden opgespoord door een positieve nitraat- of leukocytentest;
- Resultaten van het soortelijk gewicht (SG): monitoren van de concentratie en het verdunningsvermogen van de nieren, en helpen bij de interpretatie van de testen.