3.6 Onderzoeken die moeten worden opgenomen in de continentiebeoordeling

Verpleegkundige met checklist

Er zijn een aantal onderzoeken die moeten worden opgenomen in de incontinentiebeoordeling.

Dit zijn de volgende onderzoeken:

  • Urineonderzoek: moet worden gedaan om een urineweginfectie, hematurie enz. uit te sluiten;
  • Plasdagboek: geeft informatie over de soorten vloeistoffen en vloeistofinname, plus de frequentie van de mictie en het volume van de urinelozing. Het wordt geadviseerd om een plasdagboek in te vullen gedurende ten minste 3 dagen om de blaasfunctie te helpen vaststellen. Je kunt het Plasdagboek hier downloaden;
  • Lichamelijke onderzoeken: deze moeten worden uitgevoerd door een gediplomeerd verpleegkundige die zijn of haar vakbekwaamheid kan aantonen, anders moet de patiënt worden doorverwezen naar een verpleegkundig specialist continentiezorg;
    • Onderzoek van het perineum: om te beoordelen op prolaps en te controleren op huidirritaties, skin tags of andere afwijkingen;
    • Vaginaal onderzoek: om te controleren op prolaps en vaginale atrofie. Vraag de patiënt om te hoesten en kijk naar het urineverlies om incontinentie vast te stellen;
    • Rectaal onderzoek: om te controleren op skin tags, rectale prolaps, huidaandoeningen en fecale impactie. Als het rectum vol is, kan dat leiden tot meer problemen bij urinelozing, aandrang en frequent plassen;
    • Abdominaal onderzoek: om te kijken of er urineretentie is.
  • Blaasscan: wordt gemaakt indien geïndiceerd om residuele urine en eventuele afwijkingen te bepalen. De scan moet worden gemaakt door een specialist.